Kinderzitje auto

Bij kinderen kleiner dan 1,35 meter is een kinderzitje in de auto verplicht. Niet zomaar eender welk kinderzitje volstaat want er gelden specifieke regels waaraan zowel fabrikanten als autobestuurders moeten voldoen. Je volgt ze niet alleen om een boete te voorkomen, maar ook om de veiligheid van je kindje te waarborgen. Onderaan deze pagina hebben we de regels van een woordje uitleg voorzien. Te lastig? Bekijk dan onderstaande kinderzitjes voor de auto die je onder andere bij Dreamland en Bol.com kan kopen. We hebben telkens aangegeven voor welke leeftijdscategorie deze kinderzitjes geschikt zijn. Deze kinderzitjes voldoen aan alle relevante veiligheidseisen en beschermen je kindje optimaal.

Regels omtrent het kinderzitje in de auto

Volgens de wetgeving moeten kinderen die kleiner zijn dan 1,35 meter vervoerd worden in een geschikt kinderbeveiligingssysteem. Wie 18 jaar is of groter is dan 1,35 meter hoeft dus geen zitje in de auto te gebruiken.

Wat is nu een geschikt kinderbeveiligingssysteem en welke kinderstoel moet ik kiezen? Daarvoor kijk je naar de zogenaamde groep. Een kinderzitje van groep 0 is geschikt voor kinderen tot 10 kg. Je plaatst zo’n zitje tegen de rijrichting in de auto. Een kinderzitje van groep 0+ plaats je ook tegen de rijrichting in de auto, maar is geschikt voor kinderen tot 13 kg. Een kinderzitje van groep 1 plaats je dan weer met de rijrichting mee en is geschikt voor kinderen van 9 tot 18 kg. Kinderzitjes van groep 2 (15-25 kg) en groep 3 (22-36 kg) maken gebruik van een verhogingskussen en gebruik je in combinatie met de driepuntsgordel. Vaak zijn kinderzitjes zo ontworpen dat ze aan de eisen van de verschillende groepen voldoen, waardoor je ze soms vanaf de geboorte of vanaf 2 jaar of 3 jaar kan blijven gebruiken tot ze 12 jaar of ouder zijn.

Je mag de kinderen achteraan laten plaatsnemen, maar het is ook toegestaan dat ze op de passagiersstoel vooraan zitten. Wel moet je opletten met kinderzitjes die je tegen de rijrichting in moet plaatsen. De frontale airbag is hier heel gevaarlijk en kan je kleintje tegen de zetel katapulteren. Daarom ben je verplicht om de frontale airbag uit te schakelen. Hoe je dat moet doen, verschilt van wagen tot wagen. Onthoud hoe dan ook dat de plaatsen achterin de auto sowieso veiliger zijn.

Op bovenstaande verplichtingen zijn er wel een aantal uitzonderingen waarbij een kinderzitje in de auto niet verplicht is. Dat is bijvoorbeeld het geval voor incidenteel vervoer over korte afstand, zoals de buurvrouw die het zieke kindje op school ophaalt en naar je huis brengt, maar ook bij taxi’s, autobussen en autocars. Hoe dan ook blijft een kinderzitje in de auto de veiligste keuze.

De nieuwste kinderzitjes beschikken over het zogenaamde Isofix-systeem waarbij het kinderzitje aan het chassis van de wagen wordt vastgemaakt. Dit is natuurlijk veiliger, maar niet elke auto beschikt over dergelijke aansluitpunten. Zeker bij oudere wagens is dat niet altijd het geval. Lees eventueel de handleiding bij je wagen en ga na of je wagen al dan niet over Isofix-aansluitpunten beschikt. Als dat niet het geval is, raden we aan om een kinderzitje te kopen dat zowel met als zonder Isofix werkt. Wanneer je dan alsnog een nieuwe wagen koopt, heb je meteen een extra veilig kinderzitje aan boord. Doe dat ook als je nog geen aankoopplannen hebt want een ongeval kan daar nu eenmaal verandering in brengen.

Wil je een tweedehands kinderzitje in de auto plaatsen? Dat kan, maar controleer altijd of het wel nog aan de Europese veiligheidsnormen voldoet. Elk kinderzitje voor de auto dat in België wordt verkocht moet het ECE-label dragen. Dit vind je terug op het etiket. Er is telkens een homologatienummer weergegeven. Dit homologatienummer moet met 03 of met 04 beginnen om zeker te zijn of het aan de meest recente veiligheidsvoorschriften voldoet.